| glutenvrij | veganistisch | graanvrij | paleo
Recept van: Johanna van glutenfreierezeptwelt.de
Voor ongeveer 160 crackers
Ingrediënten voor de eenvoudige proteïnecrackers
- 300 g Ruut maniokmeel
- 25 g lupinemeel of boekweitmeel*
- 3 g zout
- 3 el olijfolie of koolzaadolie
- 120 ml water
- in totaal ca. 8 g verse, fijngehakte kruiden (bestaande uit ca. 6 blaadjes salie, ca. 4 kleinere takjes rozemarijn en enkele takjes tijm)
- grof zeezout als topping
Optioneel een helft van het deeg op smaak brengen met:
- 40 fijngeraspte Parmezaanse kaas, plus 1 theelepel water
- OF 20 g tomatenpuree

Bereiding van de proteïnecrackers
Tip :) Gebruik voor onze recepten en voor het afwegen van de bloem uitsluitend een keukenweegschaal.
- Hak eerst de kruiden heel fijn. Als je geen verse kruiden hebt, kun je ook gedroogde kruiden gebruiken.
- Doe alle ingrediënten, behalve het zeezout, in een mengkom en kneed ze met je handen tot een glad deeg.
- Nu kun je het deeg in tweeën delen en de ene helft op smaak brengen met Parmezaanse kaas en de andere helft met tomatenpuree. Je kunt de crackers ook gewoon zo laten, alleen met de kruiden.
- Rol het deeg op een goed met bloem bestoven* werkblad heel dun uit, ongeveer 1-2 mm. Strooi het zeezout erover en druk het stevig aan met de deegroller door nogmaals met lichte druk over het deeg te rollen.
- Snijd het deeg nu in kleine vierkantjes of rechthoekjes.
- Verwarm de oven voor op 180 °C, hetelucht.
- Leg de crackers met behulp van een mes voorzichtig op een bakplaat met bakpapier en bak ze 11-12 minuten op de middelste richel tot ze goudbruin zijn.
- Laat ze even afkoelen en geniet ervan. De crackers blijven een paar dagen goed in een trommel en blijven knapperig.
*Opmerkingen:
- Je kunt lupinemeel of boekweitmeel gebruiken, beide werken. Als je boekweitmeel gebruikt, zijn de crackers echter niet meer rijk aan eiwitten. Maar ze smaken nog steeds heerlijk.
- Bij het uitrollen is het belangrijk dat je echt veel bloem gebruikt, anders kleeft het deeg te veel aan het werkblad en kun je het niet dun genoeg uitrollen. Als het deeg bij het tweede keer uitrollen (de restjes van de rand) te droog is, maak je je handen gewoon een beetje vochtig en kneed je het weer samen.


